H&W - Klinische les - 2011
Over de precieze sterftecijfers door onbehandelde longembolieën zijn de deskundigen het niet eens. Een tijdige diagnose kan echter van levensbelang zijn. Longembolie hoort daarom altijd in de differentiaaldiagnose te staan bij plotseling ontstane dyspneu, maar ook bij onverklaarde toename van een al langer bestaande dyspneu. Anamnese en lichamelijk onderzoek zijn verder weinig specifiek, maar het objectiveren van de pols- en ademhalingsfrequentie kan ons op het juiste spoor zetten, evenals het zoeken naar tekenen van diepe veneuze trombose. Het in de tweede lijn gebruikte beslismodel op basis van de welsscore, een D-dimeertest en een spiraal-CT laat zich nog niet goed vertalen naar de eerste lijn. Een D-dimeertest kan bij patiënten met een lage voorafkans zinvol zijn om longembolie uit te sluiten, maar de waarde hiervan in de eerste lijn is nog niet afdoende onderzocht. Huisarts Wet 2011;54(3):166/9.
H&W - Spreekuur! - 2010
Huisarts en Wetenschap, jaargang 2010, nummer 2:116-116
Jeugdgezondheidszorg (JGZ) - Richtlijn