NHG - Samenvattingskaart - 210
Perifere aangezichtsverlamming: volledige of gedeeltelijke, eenzijdige verlamming van de aangezichtsmusculatuur door een functiestoornis van de nervus facialis. Bij volledige uitval is de aangezichtsmusculatuur geheel verlamd, met een hangende mondhoek en onvermogen om het oog te sluiten aan de aangedane zijde. Idiopathische perifere aangezichtsverlamming (IPAV): een perifere aangezichtsverlamming waarvoor geen oorzaak kan worden gevonden.